dinsdag 14 december 2010

Conceptontwikkelaar Raymond Spanjar (Eefke)




Raymond Spanjar is een Nederlandse ondernemer wie zijn succes gemaakt heeft met het mede oprichten van de social media site Hyves. Hyves is in oktober 2004 opgericht.
Hyves is een groot succes in Nederland,
bijna iedereen heeft wel een hyves account.



Ook heeft Raymond de beleggingssite iex.nl opgericht, deze heeft hij na drie jaar weer verkocht.

Hyves is inmiddels overgenomen door de Telegraaf Media Groep.





Op Hyves noemt directeur/oprichter Raymond Spanjar de overname een fusie, aangezien Hyves meer leden kent dan Telegraaf. Spanjar: ‘zoals eerder gezegd was een overname een optie als dat de groei zou versnellen. Neem nou Hyves Mobile. Om heel Nederland negen miljoen Nederlanders gratis te laten bellen en sms’en kom je er niet met een website alleen. Experts adviseerden ons daarom reclame te maken op radio, tv en in kranten. Maar waarom huren als kopen op lange termijn altijd goedkoper is? Aldus geschiedde.’(www.marketingonline.nl)

Bronnen:
www.wikipedia.nl
www.tmg.nl
www.hyves.nl
www.marketingonline.nl

maandag 13 december 2010

Trendwatcher Reinier Evers (Eefke)

Reinier Evers is een jonge trendwatcher die werd geboren in 1971.
Reinier volgde de studie Bedrijfseconomie. Daarna ging hij de studie Business Policy volgen aan de Unieversiteit van New York.

In New York raakte hij in de ban van de online zakenrevolutie en vervolgde zijn weg door grote bedrijven over hun online strategieën te gaan adviseren. Dit werkte goed voor Reinier en besloot verder te gaan met grote internationale cliënten zoals Comaq,Texaco en British Airways.
Niet veel later Richtte hij zijn eerste online bedrijf op, namelijk www.urbanbite.com, een online maaltijden en bezorgdienst. www.urbanbite.com liep heel goed en werd twee jaar later verkocht aan www.lastminute.com.

Reinier wilde meer en besloot om te gaan reizen. Hier kwam hij op het idee om www.trendwatching.com en www.trendwise.com op te zetten.
Op deze sites signaleert hij consumententrends voor een groot internationaal publiek. Voor Individuele klanten spotten zij natuurlijk ook trends.

Reinier Evers is trendexpert en signaleert op www.trendwatching.com en www.springwise.com consumententrends voor een internationaal publiek. Deze sites maken gebruik van ongeveer 8000 “spotters” in meer dan zeventig landen. Deze “spotters”geven dagelijks bericht over wat de consument bezighoudt. Het bedrijf brengt die ontwikkelingen in kaart en zetten dan de analyses in een gratis nieuwsbrief. Door een jaarlijks trendrapport op te stellen en die vervolgens aan grote bedrijven te verkopen is de jaaromzet ook iets meer dan een miljoen euro omzet.

Ook door zijn grote prestaties is hij wereldwijd een graag geziene gast op congressen en symposia. Goedkoop is Reinier niet want voor een lezing van twee uur vraagt hij dan ook ongeveer tienduizend euro.

Reinier schrijft vaak voor www.trendwatching.com, verschillende vakbladen en op blogs.
In 2007 is Reinier benoemd tot Trendwatcher van het jaar.


Bronnen: 

Maxitrend Vegetarisme (Eefke)

Trendpiramide Vegetarisme


 
Een maxitrend is het groeiende vegetarisme. Vegetarisme bestaat al lang. De laatste tijd wordt deze groep echter alleen maar groter door het steeds meer bewust worden van wat de mens eet.
Vroeger in de oertijd begon men met alleen groente en vruchten te eten. Later werd er pas vlees gegeten. De mens is dus ooit als vegetariër begonnen.

Vroeger werden mensen vegetariër omdat zij het zielig vonden voor de beesten of omdat zij bijvoorbeeld allergisch waren voor vlees. Tegenwoordig wordt men steeds meer bewust gemaakt dat vlees helemaal niet zo goed voor je is en dat er giftige stoffen inzitten. Deze punten wegen allemaal mee in de grote groei van het vegetarisme.



Vegetarisme beschreven door middel van de zes trendfactoren:

Demografie: De doelgroep is erg groot. Het gaat kinderen die het zielig vinden voor de dieren tot en met de volwassen mensen die mee willen dragen aan hun eigen gezonde leefstijl.

Cultuur: Vegetarisme heeft ook te maken met cultuur. Als je bijvoorbeeld naar de Moslims kijkt zie je dat zij geen varkensvlees eten en alleen halal geslacht vlees. Mochten zij op een plek zijn waar niets halal is geslacht of dat er alleen varkensvlees op het menu staat, gedragen zij zich ook als een vegetariër, dit gebeurt veel. In India wordt bijvoorbeeld geen koeienvlees gegeten omdat het die heilig is. Toch kun je deze vorm niet helemaal mee tellen als vegetariër omdat zij nog andere soorten vlees eten.

Technologie: De technologie is zover dat er vleesvervangende producten worden gemaakt die er zelfs uitzien als vlees en alle bouwstoffen bevatten die in vlees ook zitten.

Economie: Er is hier een goede economie voor. Vleesvervangende producten zijn duurder dan vlees. Vegetariërs geven het geld er aan uit omdat zij toch gezond willen leven. Zo groeit de economie ook.

Politiek: De partij van de Dieren zal veel aanhangers hebben die vegetarisch of veganistisch zijn.

Ecologie: Een vegetariër past goed bij de trendfactor Ecologie omdat zij hier bewust mee omgaan.


Bronnen:

Concept afschaffing wegenbelasting (Elisa)

Vanaf april 2009 hoefde de autobezitters van auto’s met een lage CO2 uitstoot nog maar een kwart van de wegenbelasting te betalen. Vanaf 1 januari 2010 is de wegenbelasting zelfs vervallen voor de ‘schone auto’s’.
Om voor de vrijstelling in aanmerking te komen mag de maximale uitstoot 95 gram CO2 per kilometer zijn voor auto’s met een dieselmotor. Voor auto’s met een andere motor mag de uitstoot maximaal 110 gram CO2 per kilometer zijn.  
Doordat veel fabrikanten zagen dat dit invloed heeft op de keuze van de auto, zijn zij allemaal gaan kijken of ook zij auto’s zuiniger kunnen maken. Inmiddels zijn er 41 auto’s die verkrijgbaar zijn zonder dat er wegenbelasting over betaald hoeft te worden.

In het begin waren alleen een aantal kleine auto’s waarbij er geen wegenbelasting betaald hoefde te worden, maar nu komen ook wegenbelasting vrije station uitvoeringen. De eerste stationwagon waar de wegenbelasting niet van toepassing is, is de Skoda Fabia Combi Greenline.
Autofabrikanten zullen voor zover mogelijk alleen nog maar auto’s op de markt brengen die voldoend aan de ‘zuinige norm’.









Bronnen


Trendwatcher Tom Alstein (Elisa)

Tom Alstein is organisatiepsycholoog bij HFM. Alstein houdt zich onder andere bezig met HR strategie en beleid, organisatieontwikkeling, teamontwikkeling en personeelsselectie.

Op 7 december 2009 schreef Alstein een artikel over zijn verwachtingen van HR trends in 2010.
Dit zijn de trends die hij noemde:
  • Boeien en binden betekent aansluiting vinden à Boeien en binden brengt unieke talenten en drijfveren van de medewerkers in kaart en biedt perspectieven die daarbij aansluiten.
  • Talentmanagement: van moeten naar kunnen à Het moeten van mensen is niet meer leidend, dat is nu wat de mensen kunnen.
  • Vandaag de toppers van morgen ontwikkelen à Zoek mensen die al in uw organisatie zitten die het beste bij een open functie passen.
  • Digitalisering maakt het ‘talent dashboard’ mogelijk à Vastleggen waar de medewerkers goed in zijn en wat ze in hun mars hebben. Op die manier benut je die kennis zodat mensen met meer plezier op een plek terecht komen waar zij beter passen.
  • HR: van dienstverlenend ondersteuner naar klantgericht partner à De HR wordt steeds belangrijker in het realiseren van de visie en de strategie van de organisatie.
  • Vernieuwing vraagt om verbinding à Let er als organisatie op dat als je vernieuwingen aanbrengt in het bedrijf dat dit middels een geïntegreerde aanpak gebeurd.

Veel trendwatchers geven trends aan in verschillende onderdelen van de maatschappij. Bij Alstein houden de trends allemaal verband met HR.
Deze trends vind ik belangrijk omdat veel mensen de HR afdelingen onderschatten. Dit komt mede doordat de HR afdelingen zich beperken tot het maken van contracten en het openbaar maken van vacatures. Door te letten op bovenstaande trends verwacht ik dat de HR afdeling een belangrijkere rol in de bedrijven al krijgen en dat het bedrijf hierdoor beter kan functioneren.
‘Organisatieveranderingen zijn vaak eenzijdig gericht op het veranderen van structuren en systemen. De mens wordt daarbij nog wel eens vergeten. HR kan hierin het verschil maken.’ Aldus Alstein.

Alstein vergelijkt veranderen met Tetris: ‘Veranderen is als Tetris. U kunt niet verwachten dat als u alle blokken naar beneden laat komen, ze automatisch in mooie rijen uiteen zullen vallen. Daarnaast kunt u niet zelf de blokken kiezen waarmee u wilt werken. U kunt de blokken echter wel sturen en draaien zodat al die verschillende blokken toch in mooie rijen uiteen kunnen worden gezet en bij elkaar passen.’ Klik hier voor het complete artikel. http://www.bmcjeugd.nl/index.php/2010/07/veranderen-is-als-tetris-spelen/
Hier legt Alstein uit hoe belangrijk het is om de tools die je aangereikt krijgt goed te sturen en te begeleiden.



Bronnen:

Maxitrend peer 2 peer (Elisa)



Bij peer to peer (ook wel p2p genoemd) helpen mensen elkaar via het digitale netwerk. Een van de bekendste voorbeelden is het downloaden via bv. The Pirate Bay. De één biedt via zijn computer diverse bestanden aan, die andere mensen kunnen downloaden.
Er worden zelfs T-shirts te koop aangeboden van The Pirate Bay met de naam ‘Peer 2 Peer’.

 


De website www.tweetjemee.nl wordt steeds populairder. Dit is een website waar (amateur)koks een maaltijd aan kunnen bieden. Deze maaltijden kunnen dan op een vooraf gestelde tijd afgehaald worden, of de kopers kunnen het eten bij de kok thuis op eten.
Dankzij deze site kunnen amateurkoks een mini restaurantje opzetten. Een voor mensen die geen tijd (of zin) hebben om te koken maar wel eens wat anders willen dan afhaalchinees is dit ook een mooie uitkomst.


De peer 2 peer gebruikers zijn in heel Nederland te vinden. De groep die hier het meeste mee doet ligt ongeveer tussen de 16 en 50 jaar.
Om peer 2 peer mogelijk te maken, heeft de gebruiken een computer met internetverbinding nodig. Deze technologische factoren dragen bij aan de CO2uitstoot die schadelijk is voor het milieu.
Enkel in de laagste economische klasse zal peer 2 peer niet echt voorkomen. Al zijn er veel mensen die dan een hele oude computer hebben omdat het in dit tijdperk bijna een vereiste is om te hebben.
Of er een logica is tussen het peer 2 peer gebruik en politieke voorkeuren, kan ik niet vinden.

 
Bronnen
http://www.eclectix.nl/peer2peer-p-429.html?osCsid=b01aca044ae5ab447f55762cfb4800b7
-“Van Trends naar Brands”(boek) door Hilde Roothart en Wim van der Pol.  Uitgeverij Kluwer, 2001.
ISBN9014079648

Maxitrend Eco-Lifestyle (Eefke)


Een maxitrend van nu is de Eco-lifestyle. Veel mensen zijn er van op de hoogte dat we allemaal een steentje bij kunnen dragen aan een goed milieu.
Dit is al eeuwen bekend maar de laatste jaren is de mens er erg bewust mee bezig. Er worden allemaal producten ontwikkeld die bijdragen aan een gezond milieu, er worden andere voedingsproducten ontwikkeld en de technologie doet ook graag mee met milieuvriendelijke apparaten.


Eco – Lifestyle wat ook wel groen leven betekent is een maxitrend onder de mensheid. De mensen die leven volgens de Eco-Lifestyle zijn zich er van bewust dat zij een steentje bij kunnen dragen aan een beter milieu. Ook overtuigen zij graag anderen die nog niet bekeerd zijn tot de Eco-Lifestyle.







Vaak wordt Eco-Lifestyle geassocieerd met suf, saai, geitenwollen sokken en hippies. Dit is natuurlijk niet zo, daarom worden tegenwoordig de verpakkingen prachtig vormgegeven zodat de concsument die niet volgens een Eco-Lifestyle leeft geprikkeld wordt om eens op de verpakking te kijken wat de milieu vriendelijke producten nou te bieden hebben. De groep die wel al tot de Eco-Lifestyle behoort en die de producten ook koopt wordt nogmaals er aan herinnerd dat ze goed bezig zijn en een superhip product in hun handen hebben.








Eco-Lifestyle beschreven doormiddel van de zes trendfactoren:

Demografie: De meeste mensen die volgens de Eco-Lifestyle leven is wel de doelgroep 25 tot 60 jaar. Het is erg breed. De jongere doelgroep 25+ tot en met ongeveer 35 jaar zijn bewust zo gaan leven, het is hun eigen keus. De oudere doelgroep weet misschien niet beter omdat zij bijvoorbeeld bij hun ouders vroeger al verantwoorde voeding en een verantwoorde levenstijl zagen en leefden.

Cultuur: Deze levensstijl heeft ook wel met cultuur te maken. Stadsmensen zullen minder snel een Eco-Lifestyle aannemen dan mensen die leven op het platteland. Ook de politieke voorkeur heeft ook invloed, de Partij van de Dieren en groen links zal meer Eco-Lifestylers hebben.

Technologie: Door middel van gadgets en leuke apps voor op de Iphone of Blackberry kan geadverteerd worden, zo wordt de jongere doelgroep beter bereikt.

Economie: Er is hier een goede economie voor. Producten die passen bij de Eco-Lifestyle zijn duurder dan de normale producten. De Eco-Lifestylers geven het geld er aan uit, ze hebben het er voor over. Zo groeit de economie ook.

Politiek: Wat ik al eerder beschreef: De partij van de Dieren en Groen links zullen veel aanhangers hebben die volgens een Eco-Lifestyle leven.

Ecologie: Een Eco-Lifestyle leeft helemaal volgens de trendfactor Ecologie.

Bronnen:

Maxitrend sportscholen (Elisa)

Consumenten willen steeds vaker gezond eten en gezond zijn. Gezond doen en zijn is voor velen al een lifestyle. Elke week sporten en bewust eten kiezen.
Consumenten willen best fruit eten, maar het kost vaak veel tijd om het klaar te maken. Bij veel sportscholen zijn speciale vruchtendranken te koop om ook gezond te drinken bij het sporten en niet gezellig af te sluiten met een colaatje.
Ook alle supermarken zijn voorzien van diverse pure vruchtensappen en fruitdranken. Het assortiment van fruitdranken zonder toegevoegde stoffen wordt steeds groter.


De trend van fruit- en vruchtensappen is goed te merken aan het steeds groter wordende assortiment van soorten fruitdranken. Er worden ook veel nieuwe gezonde ‘sportdranken’ op de markt gebracht omdat sportdranken in het algemeen populair zijn. Aan deze dranken zijn echter wel extra stoffen aangebracht.




Niet alleen het sporten in sportscholen en bij dansscholen wordt weer populairder, maar ook het thuis bewegen met bv de Wii doen mensen om te bewegen. Wii fit is hier een goed voorbeeld van. Je bent leuke spellen aan het doen, maar je bent wel steeds aan het bewegen.

Er wordt ook steeds meer gekeken naar wat de mogelijkheden zijn rond groepslessen in sportscholen. Deze groepslessen zijn met name populair bij vrouwen van 16 tot 40. De laatste opvallende groepsles die bij elke sportschool zijn plek heeft gevonden is Zumba. Deze dansstijl is uitgevonden om tijdens het dansen af te vallen en spieren te accentueren op de juiste plaatsen zoals de buik en billen.

Voorheen waren sportscholen duur en was dit alleen weg gelegd voor mensen die hier tussen de 40 en 80 euro per maand voor neer konden leggen. Tegenwoordig komen er op steeds meer plekken sportscholen van Basic fit. Deze sportschool heeft alleen een grote ruimte met fitnessapparatuur (zowel cardio als kracht), kleedkamers, 1 automaat voor de sportdrank en 1 sportbegeleider. Door zo weinig dingen te gebruiken in deze sportscholen kunnen de kosten laag worden gehouden en kost het sporten nog maar 16 euro per maand. Via deze constructie is het voor veel meer mensen mogelijk om te gaan sporten.


Er is niet een eenduidige lijn te vinden van mensen die naar een sportschool gaan. De meeste sportscholen laten jongeren van 16 jaar toe tijdens de speciale uren voor jongeren. Een maximale leeftijd wordt bij sportscholen niet gehanteerd, al zul je er zeer weinig mensen van boven de 60 jaar tegenkomen.
Ik zie geen opvallende verschillen in de cultuur of politieke interesses van de sporters (of de niet-sporters).
De technologische aspecten die bij sporten komen kijken, is de techniek van de sportapparaten. Een voorbeeld van een apparaat wat met name populair is bij vrouwen is de trilplaat. Op dit apparaat hoef je niet veel te bewegen. Je neemt één van de houdingen in en de trilplaat doet het werk. De trilplaat heeft verschillende trilstanden en tijdstanden.

Er wordt zoveel mogelijk in sportscholen gewerkt met apparaten die zichzelf van stroom voorzien. Deze apparaten hebben geen effect op het milieu nadat ze geproduceerd zijn in de fabriek. De apparaten die op stroom werken echter wel. Zij produceren CO2 die schadelijk is voor het milieu.


Bronnen
-“Van Trends naar Brands”(boek) door Hilde Roothart en Wim van der Pol.  Uitgeverij Kluwer, 2001.
ISBN9014079648

zondag 12 december 2010

Conceptontwikkelaar: Mark Elliot Zuckerberg (Kars)




Mark Elliot Zuckerberg is wereld beroemd geworden door de netwerksite ‘Facebook’ te bedenken en op te richten. Hij is geboren in White Plains, New York in 1984. Op de middelbare school hield hij zich al bezig met programmeren en met de ontwikkeling van computerprogrammas. Met name de communicatie-instrumenten en computerspellen.

Voor het bedrijf van zijn vader ontwikkelde hij een programma om medewerkers beter met elkaar te kunnen laten communiceren. Ook heeft hij een online versie van het spel Risk, en een muziekprogramma genaamd Synapse. Microsoft en AOL hebben toen al een bod gedaan op Synapse, maar Zuckerberg koos ervoor om het af te slaan een te gaan studeren aan Harvard.

Op Harvard ontmoette hij Dustin Moskovitz, Eduardo Saverin en Chris Hughes. Hietmee richte hij in 2004 de sociale netwerksite ‘Facebook’ op.  Het netwerk beperkte zich in eerst instantie tot alleen Harvard, maar later heeft Zuckerberg het uitgebreid tot andere universiteiten.

Later verhuisde Zuckerberg met zijn vrienden naar Californië om daar in een kleine woning hun kantoor te openen. In 2007 richtte hij het Facebook platform op. Hiermee kunnen programmeurs sociale applicaties voor Facebook ontwikkelen. Dit heeft geleid tot de uiteindelijke doorbraak van Facebook.

De geschatte waarde van Facebook is inmiddels 15 miljard euro. Facebook heeft meer dan 500 miljoen leden. Zijn persoonlijke vermogen is zo’n 6,9 miljard euro. Er is ook een film over hem gemaakt. Deze heet ‘The Social Network’.




Bronnen



Concept: Toyota Aygo, Citroën C1 en Peugeot 107 (Kars)

In 2005 kwamen er drie bijna identieke auto’s op de markt. Het ging om de Toyota Aygo, de Citroën C1 en de Peugeot 107. Qua technische specificaties zijn deze drie modellen identiek. Er zitten alleen een paar kleine verschillen in het design. Deze drie auto’s worden in de zelfde fabriek geproduceerd en horen inmiddels bij de best verkochte auto’s ter wereld.

Doordat deze drie auto’s de zelfde motors bevatten en een bijna identiek design hebben, zijn de productiekosten aanzienlijk lager dan wanneer deze drie merken het op eigen gelegenheid gedaan hadden.
Het design is speels en modern, hierdoor ook uitermate geschikt voor jongeren. Dit heeft ook te maken met bijkomende kosten. Ze rijden erg zuinig (6.6. liter op 100 kilometer) en ze hebben erg veel belastingvoordeel.
Door het design en de velle kleuren vallen deze auto’s ook nog eens goed op in het staatbeeld.
Ook de economische crisis heeft de verkoop ten goede gedaan. Mensen zijn hierdoor goedkopere en zuinigere auto’s gaan kopen en kwamen dus in veel gevallen bij de 107, de C1 of de Aygo uit.
De Peugeot 107 is dit jaar de best verkochte auto van Nederland en ook de C1 staat in de
top 5.












Bronnen






Trendwatcher Hilde Roothart van Trendslator (Kars)

Hilde Roothart, geboren in 1966, heeft modevormgeving gestudeerd. Na veel werkervaring bij stylingbureaus heeft ze in 1996 haar eigen trendbureau Trendslator geopend. Ze is twee keer genomeerd voor trendwatcher of the year  (2007 en 2009) en één keer voor de oeuvreprijs trendwatching.
Ook heeft ze een aantal boeken geschreven (waaronder ‘Van Trends naar Brands’). Eén keer per jaar brengt ze met Trendslator het boek ‘Mood’ uit, waarin alle trends beschreven worden.

Trendslator (en dus Hilde Roothart) verzamelt eerst allerlei actuele gegevens. Deze gegevens zeggen nog eigenlijk helemaal niets. Het is natuurlijk van belang om inzicht te hebben in hoelang een trend speelt en hoelang dit nog stand houdt. Korte termijn trends zijn trends op product- en markt niveau. Bij consumententrends staat de consument centraal. Hier bij gaat het om gedrag van de consument en niet de producten. Megatrends kunnen we zien als maatschappelijke ontwikkelingen.

Bij het onderzoeken van trends worden ze in de trendpiramide geplaatst en daarbij worden de onderstaande vragen gesteld (zie afbeelding).


Trendslator is altijd op zoek naar trends die nuttig zijn voor een bedrijf. Om dit goed te kunnen doen moet er altijd goed gekeken worden naar de identiteit van een bedrijf. Er wordt dan gekeken naar het gedrag, het karakter en het erfelijk materiaal van het bedrijf.


Wanneer een trend nuttig blijk te zijn, wordt er gekeken naar gevolgen van trends en ontwikkelingen van een bedrijf. Dit onderdeel wordt op verschillende niveaus uitgevoerd. Maatschappelijke ontwikkelingen worden scenario’s voor een bedrijf. Consumententrends worden vertaald naar strategieën en markt- en product trends worden nieuwe concepten.


Als laatste wordt door Trendslator de visietrechter toegepast. Hierbij wordt de trendpyramide omgedraaid en wordt er als eerste visie ontwikkeld voor de langere termijn. Op deze manier worden scenario’s getrechtert naar strategien, en als laatste naar concepten voor de kortere termijn.


Dit hele proces wordt door Hilde  ‘futuring’ genoemd.

Bronnen




-“Van Trends naar Brands”(boek) door Hilde Roothart en Wim van der Pol.  Uitgeverij Kluwer, 2001.
ISBN9014079648

Maxitrend Gemakkelijk eten (Kars)

De consument maakt het zich zo gemakkelijk mogelijk.  Dit zie je terug in vele producten en diensten. De winkel wordt verruild met de webshop, de handgeschakelde auto wordt een automaat, bankieren en heel veel andere diensten gaan via mobiele telefoon en internet. Deze trend loopt al jaren en dat zal ook nog wel even door gaan. Natuurlijk zitten hier commercieel gezien enorm veel kansen in. Bij een webwinkel bijvoorbeeld is relatief minder personeel nodig en de omzet ligt soms nog hoger dan een fysieke winkel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Bol.com, die steeds vaker omzetrecords breekt.
Dit is de megatrend ‘easy’.

Ook op het gebied van voedsel is deze trend te merken. Mensen kopen steeds meer kant- en klaarproducten (bijvoorbeeld voorgesneden groentes) of hele kant- en klaarmaaltijden. Ook wordt er veel voedsel bij restaurants, snackbars en benzinestations genuttigd. Ook hier zitten veel kansen in voor de voedselbranche. Voor voorbereid voedsel, of het nou kant- en klaar uit de supermarkt komt of uit een restaurant, wordt gewoon veel meer betaald.

Hieronder wordt de maxitrend ‘gemakkelijk eten’ uitgewerkt over de zes trendfactoren:
Demografie: Hier is niet een bepaalde lijn in te zien. Voor iedereen is gemakkelijk eten van interessant.  Het is niet leeftijdsgebonden. Zowel jongeren als ouderen zijn afnemers van gemakkelijk voedsel. Ook wordt er nergens iets vermeld over welke gebieden meer gemakkelijke eters bevat. Wel veronderstellen wij dat dit meer een trend is in de Randstad en andere steden dan op het platteland.
Cultuur: Hier is niets over te vinden. Wij gaan hier dus uit van de volledige bevolking.
Politiek: Er is geen patroon te zien in de volgers van deze trend.
Ecologie: Naast dat mensen gemakkelijk willen eten, willen ze ook nog een gezond en milieu- en diervriendelijk eten. Het slaat dus niet direct op de trend ‘gemakkelijk eten’, maar er is wel een connectie.
Technologie: Er zal ongetwijfeld meer technologie bij gemakkelijk voedsel dan bij gewoon voedsel aan te pas komen. Hier is echter niets over te vinden.
Economie: Omdat er altijd over de hele bevolking gesproken wordt, gaan wij ervan uit dat elke inkomensgroep tot de volgers van deze trend behoord. Omdat gemakkelijk voedsel duurder is dan gewoon voedsel, gaan wij ervan uit dat de laagste inkomens minder gebruik hiervan maken dan hogere inkomens.
Ook jongeren zijn grote afnemers van gemakkelijk voedsel. Jongeren zijn tegenwoordig veel tijd kwijt aan de studie, de bijbaan of de fulltime baan. Dit komt dan nog eens naast de andere huishoudelijke taken (schoonmaken, de was doen, enz). Door het tijdgebrek willen de meeste jongeren niet zoveel tijd kwijt zijn aan koken. Er is onder jongeren dus grote vraag naar kant- en klaarproducten en kant- en klaar maaltijden. Ook wordt er veel voedsel gehaald bij afhaalrestaurant en fastfoodrestaurants.
De doelgroep jongeren is heel breed. Wel is onze doelgroep op te splitsen in subdoelgroepen die allemaal een andere opvatting hebben over gemakkelijk eten.
-Thuiswonende scholieren/studenten: Omdat deze niet zelf koken, hebben ze weinig aan kant- en klaarpoducten. Wel consumeren ze veel snacks. Bijvoorbeeld Mcdonalds is erg populair onder deze subdoelgroep.
- Uitwonende studenten: Deze groep kookt wel voor zichzelf. Door huishoudelijke taken, de studie en de bijbaan heeft deze groep weinig tijd. Voor deze groep zijn kant- en klaarproducten dus uitermate interessant. Ook zijn dit beginnende kokers waardoor ze nog niet hele uitgebreide gerechten kunnen bereiden. Door geldgebrek zal deze groep weinig bij afhaalrestaurant en bezorgservices bestellen.
-Werkende jongeren (uitwonend): Deze groep kookt ook voor zichzelf. Ze hebben ook vijr weinig tijd door hun baan/carrière. Ook komen serieuze relaties (of misschien zelfs gezinnen) om de hoek kijken. Zij hebben dus ook oog voor kant- en klaarproducten en kant- en klaar maaltijden. Deze groep heeft wel meer geld dan de uitwonende student. En zal dus iets meer eten bij restaurants, eten afhalen of laten bezorgen.
 

Bronnen
-“Van Trends naar Brands”(boek) door Hilde Roothart en Wim van der Pol.  Uitgeverij Kluwer, 2001.
ISBN9014079648